'Hoe kunnen we het beste inspelen op het einde van de beursplicht voor de binnenvaart per 1 december 1998?' Met die vraag kwamen vijf mengvoederondernemingen in 1997 bij NIEMA. Martin de Jong is vanaf het begin bij dit project betrokken geweest. Eerst het onderzoek naar de best passende oplossing. Daarna voor aanvullende projecten en de periodieke updates van de tarieven.

Samenwerking loont met onconventionele tarieven

De best passende oplossing bleek een samenwerkingsverband - onder de naam Coöperatief Varen - met de volgende kenmerken:

  • - Vijf deelnemende mengvoederondernemingen, ABC, ACM, Cavo Latuco, CTA en Rijnvallei
  • - Geen personeel in dienst, maar logistieke coördinatie en facturatie uitbesteed aan Peterson Agricare & Logistics.
  • - NIEMA - als onafhankelijke derde - berekent de tarieven voor onderlinge facturatie.
  • - Coöperatief Varen huurt een eigen pool van schepen. Voor het overige maakt Coöperatief Varen gebruik van tonnagecontracten en de vrije markt.
  • - Coöperatief Varen biedt vervoerszekerheid
  • - Coöperatief Varen rekent een kleine marge voor winst en risico. Deze wordt aan het einde van het jaar naar rato aan de deelnemers teruggegeven.

Sinds 1997 / 1998 is er veel veranderd. Sommige bedrijven zijn onderling gefuseerd. Cehave Landbouwbelang en Hendrix traden toe. Na het samengaan van ForFarmers en Hendrix zijn Agrifirm, AgruniekRijnvallei en ForFarmers de samenwerkende mengvoederondernemingen. Geen van de deelnemers heeft het samenwerkingsverband verlaten.

Qua aanvoercontracten is er ook veel veranderd. Van de sleepschepen is afscheid genomen en de pool is kleiner geworden. Nieuwe vormen van tonnagecontracten zijn tot stand gekomen en ook weer gewijzigd.

Toch is er ook veel hetzelfde gebleven. Al die tijd heeft Coöperatief Varen vervoerszekerheid geboden. Al die tijd hebben Peterson en NIEMA naar tevredenheid hun bijdrage geleverd. Al die tijd heeft de prikkelende tariefstructuur bijgedragen tot een optimale prijs-/presatieverhouding van de aanvoer.

Prikkelende tariefstructuur?

De afspraken voor samenwerking zijn gevormd vanuit de visie, dat niet afspraken en regels leiden tot de meest efficiënte aanvoer, maar een tariefstructuur die precies die partijen prikkelt tot efficiënt handelen die ook invloed op dat punt hebben.

Vanouds waren de tarieven gebaseerd op een tarief per ton en de beschikbare laad- en lostijd stond vast op basis van de partijgrootte. Bijv. 3,5 losdagen. Lossen op dag 1 of op dag 3 had daarmee geen invloed op de prijs.

Op basis van Activity Based Costing heeft Martin de Jong een tariefstructuur ontwikkeld, die alle partijen prikkelt tot een bijdrage aan het integrale optimum. Een lump sum per reis bijvoorbeeld beoogde volle schepen i.p.v. bijna volle schepen. Lostijd werd volledig variabel, zodat de ontvangende partij de gehele lostijd betaalt, onafhankelijk van de aanvoerkosten. Sommige schepen waren in enkele uren leeg en waren alweer op weg voor de volgende reis. De lostijd halveerde en de omloopsnelheid van de schepen nam sterk toe, waardoor lage aanvoerkosten mogelijk zijn zonder dat dit ten koste gaat van de schipper.

In al die jaren is de samenwerkingsovereenkomst slechts enkele keren op tafel gekomen, nl. bij onderlinge fusies van deelnemers en bij toetreding van nieuwe deelnemers.

Bijdrage Rendin?

Afgezien van de periode 2001-2004 toen Martin de Jong bij SILCA werkte, heeft Martin de Jong steeds de update van de tarieven verzorgd. Ieder kwartaal ontvangen de deelenemers een update van de tarieven, rekening houdend met nieuwe prognoses van de vrije markt, brandstofprijzen, etc.

Daarnaast verzorgt Martin de Jong de structuuraanpassingen van het tarievenmodel en draagt hij bij aan projecten voor verdere verbetering van de efficiency van het samenwerkingsverband. In de zomer van 2013 is het tarievenmodel fors uitgebreid door het opnemen van nieuwe laadlocaties. Tot dat moment waren zeehavens Amsterdam, Rotterdam en Gent de laadlocaties. Met de uitbreiding zijn er vijf laadhavens in Nederland en Duitsland bijgekomen, voornamelijk voor vervoer vanaf fabrieken naar de mengvoederbedrijven.

Het jaar 2017 stond in het teken van het zoeken naar besparingsmogelijkheden. Vooral gericht op de kunst van het weglaten. Welke voordelen kunnen we bijvoorbeeld halen door details uit de tariefstructuur weg te laten in de wetenschap dat het samenwerkingsverband geen winstoogmerk heeft? Juist deze vorm van samenwerking blijkt daarin verrassende mogelijkheden te bieden. Aan Rendin weer te taak om die nieuwe vorm zorgvuldig voor te bereiden en door te rekenen.

Toen Martin de Jong als zelfstandige ging opereren onder de naam Rendin, heeft NIEMA gevraagd om de activiteiten in opdracht van NIEMA voort te zetten. Het werk bleef hiermee hetzelfde, de prettige samenwerking bleef hetzelfde; alleen de structuur was iets gewijzigd. Dat noemen we nu samenwerking!

Nieuwe fase

De nieuwe tariefstructuur die in 2017 voorbereid is, kreeg in 2018 een vervolg in de vorm van samenwerking. In goed overleg tussen de stuurgroep, NIEMA en Rendin heeft Ap Niemantsverdriet het stokje nu geheel aan Martin de Jong overgedragen. De bijdrage van Rendin vindt daardoor niet meer alleen achter te schermen plaats, maar ook in de stuurgroep. Mooi om te zien, dat deze overdracht van taken in goede harmonie zijn beslag heeft gekregen.